Paus Franciscus heeft onlangs een nieuwe apostolische exhortatie (pauselijk schrijven) gepubliceerd. Onder de titel ‘Gaudete et exsultate’ gaat de paus in op de roeping van alle gelovigen tot heiligheid. Hij wijst erop dat heiligen niet alleen degenen zijn die officieel zalig- of heiligverklaard zijn, maar dat er veel meer mensen zijn die heilig leven. Diocesaan administrator Mgr. Hub Schnackers, die op dit moment het bisdom Roermond leidt, las de tekst en is zeer enthousiast over de oproep van de paus, zo laat hij in bijgaande beschouwing weten.
Inzichtelijk
Paus Franciscus bezit de gave om een boodschap die ons als moeilijk in de oren klinkt, met eenvoudige woorden te verhelderen en toegankelijk te maken. Onlangs is de apostolische exhortatie VERHEUG U EN JUICH (Gaudete et Exsultate) verschenen. Deze ‘aansporing’ betreft de roeping tot heiligheid in de wereld van vandaag. Dat is een mond vol. Maar paus Franciscus verstaat de kunst om ons dit onderwerp hapklaar voor te schotelen. Het is natuurlijk onmogelijk hier het pauselijk schrijven volledig samen te vatten. Maar een paar punten verdienen het om te worden aangestipt. Ik doe een poging.
Mensen in de buurt
Als wij spreken over heiligheid, dan kan men vaak horen: “Die volmaaktheid is niets voor mij.” We hebben over heiligen vaak ook komische voorstellingen. Dat is meestal te wijten aan de soms merkwaardige verhalen die ons van deze leden van de Kerk worden overgeleverd. Deze zijn in de regel zo onwerkelijk, dat ze ons niets leren voor ons concrete bestaan. Paus Franciscus weet daarentegen de betekenis van heiligheid voor ons christen-zijn inzichtelijk te maken. Zo zijn er de heiligen die apart heilig of zalig verklaard zijn, maar de paus wijst ons erop, dat de heilige Geest ook onopvallende ‘mensen in de buurt’ weet te bereiken. Het zijn de gewone ouders die met veel liefde hun kinderen opvoeden en zich daarvoor vele offers van liefde getroosten. Heiligen treffen we verder aan tussen de gewone mensen die integer en gewetensvol aan hun leven gestalte geven en hun werk doen. Ze zijn zich waarschijnlijk nergens van bewust. Ze willen gewoon hun plicht doen.
Persoonlijk
Paus Franciscus wijst erop dat ieder dus zijn eigen, persoonlijke weg naar heiligheid heeft. Maar kenmerkend voor allen is toch dat ze hun christen-zijn serieus nemen en zich niet laten verleiden tot goedkope compromissen met gemakzucht en oppervlakkigheid. Jezus is voor hen de norm om aan hun leven vorm te geven. Ze voelen zich geroepen hun eigen leven naast dat van Jezus te leggen. Veelbetekenend is dat de paus ons opmerkzaam maakt op de vrouwen, die met hun eigen specifieke heiligheid de Kerk verrijken. Kenmerkend is verder dat er geen heiligheid mogelijk is zonder liefde.
Maar de paus houdt ons scherp door ons te wijzen op de bekoringen om een verkeerde heiligheid te willen nastreven, die zich niet vanuit God laat leiden, maar die de mens zichzelf wil verdienen. De heilige is steeds een bescheiden mens, die bidt om Gods genade.
Barmhartigheid
Om te illustreren wat van een christen wordt verwacht, verwijst de paus naar de belangrijkste rede van Jezus aan het begin van zijn openbaar leven: de Bergrede met haar Zaligsprekingen. Christenzijn krijgt handen en voeten. In het verlengde van deze grote Rede van Jezus ligt zijn laatste oordeel met als criterium onze inzet voor de barmhartigheid. Deze realisering van heiligheid wordt mede gevoed door gebed, ontvangst van sacramenten, vroomheid en offerbereidheid, van nederigheid en eenvoud.
Humor
Het zou deze paus niet zijn, als hij ons niet op de waarde van de humor zou wijzen. We mogen niet op een krampachtige wijze christen zijn. We zouden daarentegen herkend moeten worden aan een basisvertrouwen in God. Ons leven ligt in Gods hand. Vaak kijken heiligen helaas somber. De paus wijst ons daarom op een aantal grappige heiligen, die met veel humor en gevoel voor betrekkelijkheid door het leven gingen. Hun gelovig leven werkt dan ook aanstekelijk. Deze grappige heiligen zien ook steeds nieuwe wegen om hun geloof met anderen te delen. Zonder fouten goed te praten weten deze heiligen dat geen mens en ook zijzelf niet volmaakt zijn. Tegelijkertijd laten deze heiligen zien waar ze voor staan. Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Een kleurloze heilige bestaat niet. De gewone heilige is een gewone christen, die steeds behoefte heeft aan gebed, aan sacramenten, aan uitdagingen van caritas en ook aan herbronning. Jezus Christus is vertrekpunt.
Onderscheiden samen met de heilige Geest
In het laatste hoofdstuk gaat de bisschop van Rome in op de macht van de boze, die meer is dan een mythe en wiens slinkse macht we niet mogen onderschatten. De satan tracht steeds de werken van Gods Geest te verijdelen. Christen-zijn heeft met die strijd tegen het kwaad te maken. In een ingewikkelde wereld moet hij/zij onderscheiden. In dit verband spreekt de paus over de gave des onderscheids: ‘Onderzoekt onder leiding van de heilige Geest alles en behoudt het goede.’ Er is zoveel wat ons kan afleiden van wat een christen te doen staat. Daarom moet de waakzaamheid een levenshouding zijn en verder moet er het verlangen zijn om het goede te doen.
De gave des onderscheids en het verlangen naar het goede mag een bovennatuurlijke genade genoemd worden. Het gaat erom dat de christen zich voor God wil en kan verantwoorden voor de wijze waarop hij/zij leeft. Dat veronderstelt een ontvankelijkheid tegenover Gods Woord en tegenover wat de Kerk ons leert. Maar het is ook een dynamisch gebeuren, omdat de mens nu eenmaal zijn leven gestalte moet geven onder de meest verschillende levensomstandigheden en mogelijkheden. Luisteren naar de Heer blijft in deze wirwar een eerste voorwaarde. Dat luisteren bevrijdt ons van de starheid die over iedere mens een oordeel gereed heeft. Alleen de heilige Geest is in staat te oordelen en ons de juiste weg te wijzen. Daarbij heeft God oneindig veel geduld met ons. Hij staat niet toe om het onkruid uit te trekken samen met de goede tarwe. Heiligen hebben het geduld van God.
Slot
In GAUDETE ET EXSULTATE voelen we hoe Paus Franciscus ons een weg wijst. Hij ontmoedigt ons niet met een op volmaaktheid lijkend stramien waaraan ieders leven zou moeten beantwoorden, maar hij bemoedigt ons om met gebed, overweging en onder leiding van de heilige Geest ons leven te laten lijken op het voorbeeld dat Jezus ons heeft gegeven, want dat is streven naar heiligheid.
Mgr. dr. Hub Schnackers,
diocesaan administrator Bisdom Roermond
door Frans van Galen
Praten met de directeur van het Missieburo Roermond Frank Soeterik is ‘a trip down to memory lane’. Geen wonder als je 35 jaar collega’s bent. Binnenkort wordt hij ‘gepromoveerd’ tot ex-collega want het pensioen wenkt. “Ik heb het uitgerekend en kom uit bij 7 juni, 12.00 uur: dan is het over en uit”! Een gesprek bij een afscheid…
Ieder einde kent een begin. In het geval van Frank Soeterik kun je spreken over een toch wel verrassende start. Want hoe komt een gestudeerd doctorandus biologie bij een organisatie als het bisdom Roermond terecht? Frank beschrijft de wondere weg. “De eerste administrateur van het Missieburo, de heer Verstraelen, was de vader van een studievriend op de universiteit van Nijmegen. Via dat contact kwam ik in contact met Wim van der Valk die destijds leiding gaf aan onder andere het Missieburo. Er bleek gewoon een goede klik tussen ons te zijn. Dat werd van belang toen ik tussen twee wetenschappelijke onderzoeken aan de universiteit een half jaar iets anders moest gaan doen. Besluitvaardig als hij was, greep Van der Valk direct zijn kans. Hij kon goed iemand gebruiken om mee de administratie van het nog jonge Missieburo te helpen opzetten. Of ik daar geen trek in had. Ik zag het als een goede overbruggingsperiode dus ik stemde toe. Het werk bij het Missieburo, het contact dat ik kreeg met mensen binnen en buiten de organisatie, dat beviel me heel goed. Wat ik deed werd gewaardeerd en dus werd dat halve jaar met een jaar verlengd om tenslotte omgezet te worden in onbepaalde tijd. In augustus 1983 trad ik dus vast in dienst.”
Mensen helpen
Frank vond het werkgebied boeiend. “Ik werd geraakt door de verhalen van mensen die anderen waar ook ter wereld proberen een ander, beter leven binnen te leiden. Natuurlijk ook door de omstandigheden waarin zo vele mensen in de missie moeten leven. Het betekent globaal gezien een proberen veel voor hen te bereiken, terwijl er maar weinig of geringe middelen ter beschikking staan. Bovendien had het werk ook een belangrijk raakvlak met wetenschappelijk werk in de biologie: ook voor wetenschappers is het belangrijk dat ze door hun werk mensen kunnen helpen. Mensen helpen: het loopt als een rode draad door mijn werkzame leven…”
Het ‘pompverhaal’…
De omstandigheden waaronder hij bij het bisdom terecht kwam, waren niet ideaal te noemen in een tijd dat het ook in de ‘missiewereld’ behoorlijk rommelde. “Toen ik hier terecht kwam, kende ik bisschop Gijsen en het bisdom Roermond alleen uit de krantenberichten. Dat heb ik hem bij ons kennismakingsgesprek ook eerlijk gezegd: dat ik veel over hem gelezen had maar nu benieuwd was naar zijn standpunten en dan vooral op missiegebied. Hij moest lachen… Maar hij legde haarfijn uit waarom hij deed wat hij deed en vanuit welke visie hij zijn verantwoordelijkheid op missionair gebied wilde nemen. Het bleek dat hij vanuit verschillende hoeken verhalen van missionarissen hoorde die een zaak gemeen hadden: hun hulpvragen werden zeer eenzijdig beoordeeld en vervolgens afgewezen. Duidelijk werd dat aanvragen alleen gehonoreerd werden als het sociaal-economische projecten betrof. Dan was er van alles te halen bij de subsidieverleners. Maar als een aanvraag ook was het maar een beetje pastoraal getint was, dan werd de vraag direct afgewezen. Dat ging heel ver, zoals ik zelf moest ervaren. Kijk een waterpomp slaan of installeren, dat was geen probleem. Maar als die pomp op het terrein van de kerk bleek te staan, dan werd het een heel ander verhaal. Tot op zekere hoogte kon ik begrip opbrengen voor dit beleid van de missionaire organisaties. Omdat zij stelden dat zij voor een flink deel afhankelijk waren van overheidssubsidies en daardoor echt kerkelijke projecten niet konden ondersteunen. Maar het ‘pompverhaal’ - en dat is maar één voorbeeld – dat ging toch echt te ver. Maar zoals gezegd: de mensen in de missie begrepen geen snars van de scheiding die werd aangebracht tussen puur sociaal economische en pastorale projecten. Naar hen luisterend werd besloten dat ons bisdom bij het missionaire werk een eigen koers zou gaan varen waarin ook plaats was voor kerkelijk-pastorale projecten. Bovendien werd ons toen duidelijk dat overheidssubsidies voor projecten die door kerkelijke organisaties in de missie werden uitgevoerd, zeker wel verleend werden.”
Evangelie staat centraal
Voor de werkzaamheden van het Missieburo werd een beleidsplan opgesteld dat in de voorbije bijna 40 jaar niet wezenlijk bijgesteld hoefde te worden. “In feit wordt dat beleid bepaald door de mensen in de gebieden die wij proberen zo goed als het ons mogelijk is te helpen. Wij hadden en hebben geen eigen projecten die wij vanuit hier naar ginder katapulteren. Waar wij ons voor inzetten zijn allemaal projecten van de mensen zelf. Kort gezegd komt het erop neer dat we kleinschalige projecten ondersteunen op lokaal niveau. Niet met overheden dus maar wel onder de vlag van de lokale kerk en met medeweten en instemming van de plaatselijke bisschop. Dat biedt garanties en maakt ook beter controle mogelijk van de gelden die we ter beschikking stellen. “
Een tijdje voordat Frank bij het Missieburo kwam werken, was Tante Post een tijdje zijn werkgever. Zijn collega’s waren verbaasd en onthutst toen zijn verandering van werkomgeving bekend raakte. ‘Ga jij bij bisschop Gijsen werken’? Frank krijgt nog pretoogjes als hij het vervolg vertelt. “Ja,” zei ik, “het is toch eigenlijk hetzelfde als hier: je gaat naar kantoor en je doet je werk. Alleen: op het bisdom moeten we rondlopen in acolietenkleding… Ze geloofden het nog ook…!”
In ernst komt hij hier toch even op terug. “Het werk hier is zo afwisselend en intensief, dat alleen al maakt het meer dan de moeite waard. En ja, enerzijds is ook het bisdom een bedrijf met zijn eigen mogelijkheden en moeilijkheden. Maar voorop staat het uitgangspunt: bij alles staat het Evangelie centraal. Daarom is het voor mijn gevoel meer dan alleen maar werk, het geeft er een bepaalde meerwaarde aan. Dat is ook de reden dat ik zo lang bij het Missieburo gebleven ben.”
Stem geven aan…
Na het vrij plotse vertrek van kanunnik Wim van der Valk werd Soeterik gevraagd diens taak bij het Missieburo op zich te nemen. “Het was niet gemakkelijk, maar Van der Valk heeft me goed de wegen gewezen en me geleerd waar het om gaat. Een van de belangrijkste lessen: onderhoud zo goed en zo nauw als mogelijk contacten met zoveel mogelijk missionarissen en ander missiewerkers. Je moet een klankbord voor hen zijn, dan pas kun je goed stem geven aan de mensen in de missie voor wie je werkt. Zie hun vragen niet door je eigen westerse bril, maar kijk waar zij aangeven dat hun problemen liggen. Dan pas kun je goed en verantwoord helpen om die problemen aan te pakken. Het waren goede lessen maar het enige jammere is dat we zo beperkt zijn in de mogelijkheden om de mensen in de missie onder de armen te grijpen.”
Een ander fundament onder het werk van het Missieburo noemt Soeterik “de encyclieken van de pausen die betrekking hebben op het missionaire werk. Zij zijn voor ons de leidraad hoe te werken. Je geeft tenslotte gestalte aan de missionaire opdracht van de Kerk. De ondersteuning van de geloofsverkondiging in de meest ruime zin van het woord waar ook ter wereld staat niet voor niets als eerste doel in onze statuten vermeld. Dat is denk ik ook een van onze sterke punten: wij schamen ons er niet voor om kerkelijk te zijn. Die duidelijkheid stralen wij ook uit in bijvoorbeeld de contacten met scholen die wij bezoeken. Dat wordt ook gewaardeerd.”
Aanpassen…
In de voorbije 35 jaren hebben er ontwikkelingen plaatsgevonden die een nieuwe samenwerking tussen diverse missieorganisaties en –instanties mogelijk maakten. “Dat”, zo zegt Frank daarover, “herstel van de samenwerking is al onder bisschop Gijsen ingezet en onder bisschop Wiertz voortgezet. Eind jaren 90 was er al een heel ander beeld dat in de beginjaren 80. De contacten waren gegroeid en gesprekken met de Pauselijke Missiewerken bijvoorbeeld weer mogelijk die ook tot resultaten leidden. Eind jaren 90 waren de verhoudingen door de bank genomen weer genormaliseerd. Wat ons betreft is het missiebeleid formeel hetzelfde gebleven en ook de criteria die wij hanteren bij het ondersteunen van projecten. Organisatorisch veranderde er wel het een en ander omdat dat nodig was. We kregen bijvoorbeeld een speciale vicaris voor missiezaken en interreligieuze dialoog, een eigen missieraad, een projectencommissie. Dat was een vanzelfsprekende ontwikkeling, vooral omdat het aantal hulpvragen voor projecten voortdurend een stijgende lijn lieten zien. Daar moesten we de organisatie aan aanpassen.”
Missionair bewustzijn
Dat is ook een van de ‘pijnpunten’ als Frank zijn loopbaan overziet. “Er zijn in de voorbij bijna 40 jaren natuurlijk accentverschuivingen, maar er is nog altijd een groot verschil tussen rijke en arme landen en de achterstand in de Zuidlanden is nog altijd groot. Veel te groot. Daarom hebben wij de plicht om hen te helpen. Een plicht die blijvend is.”
Dat missionaire bewustzijn levend houden, is een belangrijk aandachtpunt geweest in de voorbije jaren, onderstreept hij. “Daarin spelen de MOV (Missie-Ontwikkeling-Vrede)groepen in de parochies een belangrijke rol. Alleen driegt die rol kleiner te worden omdat binnen de parochies ook bij die groepen de vergrijzing toeslaat. Daarbij is de belangstelling voor de mensen in nood veranderd. In die zin dat de vrijgevigheid blijft, maar de instelling van de gever is veranderd. Mijn stelling is: vroeger zocht jij de donateur, nu zoekt de donateur naar een specifiek doel en de organisatie die daarvoor ijvert. Daarom moet je met een goed verhaal naar buiten treden waaraan mensen zich willen verbinden. Het is mijn overtuiging dat de sociale media in het hele proces een belangrijke rol zullen spelen. Daarom pleit ik ervoor om ons meer en meer op het gebruik van deze media toe te leggen; via deze media ons goede en eerlijke verhaal te verspreiden, proberen een vertrouwensrelatie met de ontvangers van deze berichten op te bouwen en te laten zien dat je waarmaakt wat je zegt. In de mate van het mogelijke zijn we deze weg al ingeslagen en ik merk aan reacties dat die aanslaat. Bovendien: de overheid trekt zich steeds meer als subsidieverstrekker terug en dus wordt het voor de organisaties achter de goede doelen steeds meer een vissen in dezelfde vijver. Daarom is de concurrentie op het gebied van de ‘goede doelen’ moordend en moet je je duidelijk onderscheiden. Een belangrijke taak, denk ik, voor de nieuwe directeur van het Missieburo.”
Evangelische opdracht
Hij zegt soms het gevoel te hebben dat we in de bereidheid om de Zuidlanden te ondersteunen, “één stap vooruit zetten, en dan weer twee stappen achteruit. Niet dat ik pessimistisch ben maar de inhaalslag die nodig is, verloopt toch wel tergend langzaam. Ten diepste zijn we te egocentrisch bezig. We mogen en moeten beseffen dat wij moeten minderen zodat anderen op deze wereld dezelfde kansen krijgen op een beter leven. Want alleen samen kunnen wij een betere aarde maken…! Dat dat bewustzijn mag groeien, dat is een van de belangrijkste opgaves waarvoor het Missieburo Roermond zich vanaf zijn ontstaan gesteld weet. Ook omdat het een evangelische opdracht is. Binnen de mate van het ons mogelijke moeten we het geweten van de mensen zijn. Als ik daar een bijdrage aan heb kunnen leveren, dan kijk ik met trots terug op de voorbije 35 jaar en kan ik met overtuiging zeggen: het waren heerlijke jaren!”
Elianne van den Heuvel – van der Hoeven uit Belfeld wordt de nieuwe directeur van het Missiebureau van het bisdom Roermond. Zij volgt met ingang van 1 juli Frank Soeterik op, die met pensioen gaat.
Elianne van den Heuvel (48) komt oorspronkelijk uit Tegelen. Ze is getrouwd met diaken Rick van den Heuvel. Samen hebben ze twee kinderen. Na een carrière van 12 jaar bij de ABN AMRO-bank in Roermond legde ze zich een aantal jaren geleden toe op fondswerving. Van den Heuvel volgde daarvoor een speciale post-HBO-opleiding en werkte diverse jaren als professioneel fondswerver voor het Longfonds en daarna bij de Dierenbescherming.
Voor het bisdom Roermond is Van den Heuvel niet helemaal een onbekende. De afgelopen jaren heeft ze diverse workshops over fondswerving verzorgd voor leden van kerkbesturen. Daarnaast is Van den Heuvel als vrijwilliger actief in de parochiefederatie van Tegelen-Steyl-Belfeld, waar haar man diaken is.
Afscheidssymposium Frank Soeterik
Van den Heuvel volgt Frank Soeterik op, die met pensioen gaat. Bij gelegenheid daarvan wordt op zaterdag 2 juni in Theaterhotel De Oranjerie een symposium over het thema ‘inculturatie’ gehouden. Soeterik heeft 35 jaar voor het Missiebureau van het bisdom Roermond gewerkt, waarvan ruim 25 jaar als directeur. In die jaren heeft hij leiding gegeven aan het bureau dat contacten onderhoudt met honderden missionarissen en missionaire projecten overal in de wereld. Ook was hij verantwoordelijk voor de organisatie tal van eigen fondswervingsacties.
Sprekers tijdens het afscheidssymposium zijn emeritus-hoogleraar kerkgeschiedenis Dr. Lei Meulenberg (Heerlen) en de uit India afkomstige kapelaan Amalraj Arockiam (Hulsberg). Na afloop wordt Soeterik een afscheidsreceptie aangeboden. Het symposium begint om 14.00 uur. De afscheidsreceptie om 16.30 uur en duurt tot 18.30 uur.
Op 5 mei is in Aken de stichteres van de Zusters van het Arme Kind Jezus zalig verklaard.
Drie dagen later werd in Simpelveld – waar ze jaren gewoond heeft – een dankviering gehouden.
Aansluitend werd in het voormalige generalaat het museum ‘De schat van Simpelveld’ geopend.
Bekijk het fotoverslag
Bij de benedictijnen van Mamelis in Vaals wordt op zaterdag 9 juni een barbecue voor jongeren tussen 16 - 35 jaar gehouden.
De middag is een initiatief van de monniken, de zusters dominicanessen uit Sittard en het bisdom. Welkom vanaf 13.00 uur. Om 14.00 uur wordt het middaggebed met de monniken meegebeden. Aansluitend houdt abt Adriaan Lenglet een inleiding over zijn roeping. Daarna is er een wandeling naar het Drielandenpunt. Na de vespers begint de barbecue. De middag sluit om 20.00 uur. Aanmelden voor 4 juni via sms/whatsapp naar 06-10703699 of via e-mail.
Vanaf dit jaar op 2e Pinksterdag: gedachtenis Maria, Moeder van de Kerk
Zevenjaarlijkse bedevaart naar het graf van Sint Servaas, eerste bisschop van Maastricht.
website Heiligdomsvaart
Priesterwijding van Slaven Brajkovic in de Sint-Christoffelkathedraal in Roermond.
Aanvang 10.30 uur. Iedereen is welkom.
Feest ter ere van het Heilig Sacrament. Wordt in de meeste Nederlandse parochies op zondag 3 juni gevierd.
Viering Sacramentsdag. In veel parochies trekt vandaag de Sacramentsprocessie.